Tentenverhuur omgeving Apeldoorn
Tentenverhuur omgeving Apeldoorn
Voor de beste tentverhuur in de regio Apeldoorn kiest u voor ’t Bockje in Bathmen. Wij verhuren partytenten van verschillende afmetingen voor allerlei verschillende feesten.
Al 15 jaar is het bedrijf van de familie Elmerink het adres als u iets te vieren heeft.
Alles voor een mooi feest De tentverhuur van ’t Bockje in Bathmen (in de buurt van Deventer) is zeer omvangrijk.
Wij beschikken over een groot aantal eigen tenten tot maximaal 10 meter breed.
Daarnaast kunt u ook evenementenhallen huren via ons, die dan door een collega tentenbouwer wordt geleverd.
Zo kan uw bruiloftsfeest, beurs, festival of een andere speciale gebeurtenis altijd doorgang vinden.

Wij verzorgen niet alleen tentverhuur, maar u kunt bij ons ook terecht voor drank (via onze slijterij of in onze webwinkel), uitstekende buffetten of bijvoorbeeld verlichting, verwarming en luxe toiletunits.
Bovendien bieden wij u de gelegenheid om uw feest bij ons in onze kelder te vieren. Wij bieden hier ruimte aan groepen van maximaal 175 personen.
Contact:
Heeft u nog vragen over de tentverhuur van ons bedrijf in de omgeving van Apeldoorn?
Neem dan meteen contact met ons op. U kunt ons telefonisch bereiken via:
0570-
U kunt ook ons online informatieformulier invullen.
|
|
|||
| Provincie | |||
| Gemeente | |||
| Coördinaten | 52° 13′ NB, 5° 58′ OL | ||
| Inwoners (2015) | 139.688[1] | ||
| Postcode | 7300 – 7339 | ||
| Netnummer | 055 | ||
| Belangrijke verkeersaders | A1 A50 N344 | ||
|
|||
![]()
Apeldoorn in de 17e eeuw doorJacob van Ruisdael
![]()
Topografische kaart van Apeldoorn (woonplaats), sept. 2014
Apeldoorn (Nedersaksisch: Apeldoorne) is een stad in de Nederlandse provincie Gelderland. Het is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente (159.041 inwoners, bron: CBS).
De stad telde per 1 januari 2015 139.688 inwoners.[1] Omdat Ugchelen officieel wordt gerekend tot de wijk Apeldoorn Zuidwest, telt het inwonertal van het stedelijk gebied ruim 145.000 inwoners. Apeldoorn ontwikkelde zich pas vanaf begin 20e eeuw tot een van de grotere plaatsen van het land.
Apeldoorn is met Deventer en Zutphen een van de hoofdplaatsen in een samenwerkingsregio van gemeenten die bekendstaat als de Stedendriehoek. Met ongeveer 100.000 arbeidsplaatsen[1] is Apeldoorn bovendien een van de belangrijkste werkgelegenheidscentra in Midden- en Oost Nederland.
Apeldoorn staat tegenwoordig bekend om zijn stadsparken en zijn ‘groene’ karakter. Kenmerkend is de Apeldoornse huisjes-structuur, met veel monumentale en vrijstaande woningen en relatief weinig hoogbouw.
e geschiedenis van Apeldoorn gaat terug naar het jaar 792 toen het als “villa ut marca Appoldro” werd genoemd in een schenkingsakte. In het begin en de eeuwen daarna was Apeldoorn een klein dorpje, dat bestond uit een paar huizen. Toen tegen het einde van de 16e eeuw de papierindustrie op gang kwam, groeide Apeldoorn snel.
In 1684 kocht Willem III van Oranje het huis Het Loo en liet daarnaast paleis Het Loo bouwen omdat Apeldoorn centraal in een jachtgebied lag. Daarna hebben meerdere leden van de koninklijke familie het paleis bewoond, tot het overlijden van koningin Wilhelmina. Ook Lodewijk Napoleon zou paleis Het Loo als zomerresidentie gebruikt hebben. Paleis Het Loo is sinds 1984 een museum.
Om de werkgelegenheid en economie en daarmee de groei van Apeldoorn een duwtje in de rug te geven, liet koning Willem I uit eigen middelen het Apeldoorns Kanaal graven, dat loopt van de IJssel bij Hattem naar Apeldoorn en dat gereed kwam in 1829. Later, in 1868, werd dit kanaal doorgetrokken naar Dieren waar het ook weer aansluit op de IJssel. Het noordelijk deel volgt in grote lijnen het in de middeleeuwen aangelegde kanaaltje De Grift. Tegelijk schonk koning Willem I een derde deel van het benodigde kapitaal voor de aanleg van een grindpad (grotendeels langs het kanaal), dat de reistijd tussen Arnhem en Zwolle aanzienlijk verkortte. In 1876 werd Apeldoorn aangesloten op het landelijk spoorwegennet. Dit laatste zorgde voor een toename van de bedrijvigheid, maar het belang van het Apeldoorns kanaal nam daarmee af. In 1962 werd het noordelijk deel gesloten, gevolgd door het zuidelijk deel in 1972.
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de stad gespaard voor grote oorlogsschade. Wel startten de deportaties van Joden er vroeger dan elders.
Deportaties van Joden
In oktober 1941 registreerde de overheid volgens het Joods Historisch Museum[2] in Apeldoorn 1549 Joden. Onder hen een groot aantal vluchtelingen en ook patiënten en verplegend personeel van de twee Joodse verpleeginrichtingen in de stad. De arrestaties en deportaties begonnen in Apeldoorn al vroeg, in oktober 1941. In de loop van 1942 werden de meeste Joodse bewoners van Apeldoorn gedeporteerd. Begin januari 1943 moesten de overgeblevenen naar Het Apeldoornsche Bosch. Van de oorspronkelijke Apeldoornse Joden overleefden 592 de oorlog niet. Er is een monument aan hen gewijd.
In 1909 was aan de Zutphensestraat, die toen nog buiten Apeldoorn lag, een groot Joods psychiatrisch ziekenhuis verrezen, Het Apeldoornsche Bosch. Onder persoonlijk toezicht van de SS’er Ferdinand aus der Fünten en kampcommandant Albert Gemmekerwerden in januari 1943 de 1200 patiënten van het Jodenbos, sommigen nog in dwangbuis, anderen onder de medicijnen of in open paniek, in kiepwagens naar het station gebracht, waar ze een klaarstaande goederentrein in werden gedreven. De bestemming wasAuschwitz, waar ze onmiddellijk zijn vermoord. Een klein deel van het personeel ging met deze trein mee, de overige personeelsleden werden met de nog in Apeldoorn verblijvende andere Joden naar Kamp Westerbork gebracht. In Apeldoorn was er gedurende de tweede helft van de oorlog een Duits hoofdkwartier gevestigd. Arthur Seyss-Inquart en Hanns Rauter hebben hier kantoor gehouden, toen ze het in Den Haag te gevaarlijk vonden worden. Rauter is in Apeldoorn verpleegd nadat hij gewond was geraakt door deaanslag bij Woeste Hoeve.
Woeste Hoeve
Na het begin van de Operation Market Garden op 17 september 1944, werden Arnhem en de plaatsen in de directe omgeving daarvan geëvacueerd op last van de bezetters. Van de evacués kwamen er ongeveer 30.000 terecht in Apeldoorn, een aanzienlijke belasting voor de stad die aan het begin van de oorlog 70.000 inwoners telde. Er ontstond meteen een voedseltekort. Daardoor pleegde een Apeldoornse verzetsgroep nabij Woeste Hoeve in de nacht van 6 maart op 7 maart 1945 een onbedoelde aanslag op de hoogste SS’er in Nederland, generaal Hanns Albin Rauter. De bedoeling van het verzet was een Duits legervoertuig te bemachtigen; men wist niet dat Rauter zich in de auto bevond. De verzetsgroep van Geert Gosens kreeg de opdracht om met een vrachtauto het vlees bij een slachterij in Epe op te halen voordat de Duitsers dat zouden doen. Rauter raakte zwaargewond maar overleefde het vuurgevecht. De Duitsers lieten als represaille enkele honderden gevangenen executeren, waarvan 117 bij Woeste Hoeve.
Executies en razzia
Op 2 oktober 1944 executeerden de bezetters 8 verzetsmensen en 2 geallieerde vliegers. De lijken werden door de stad verspreid. Diezelfde middag hielden de bezetters een razzia, waarbij 11.000 mannen werden opgehaald voor spitwerk aan de IJssellinie. Van hen werden er 4.000 daadwerkelijk ingezet; de overigen konden weer naar huis. Op 2 december 1944 volgde een tweede razzia, wederom voorafgegaan door executies, nu van 12 verzetsmensen en 1 geallieerde vlieger, bij de Koning Willem III kazerne. De lijken werden nu niet door de stad verspreid. De trein die de dwangarbeiders vervolgens vervoerde, werd op 3 december 1944 door de geallieerden beschoten bij het Duitse dorp Werth, 3 kilometer ten zuiden van de grens met Nederland (de Achterhoek), waarbij 20 doden vielen. Bij deze razzia werden 4.500 mannen afgevoerd naar Rees, eveneens net over de grens in Duitsland, waar zij werden ondergebracht in een steenfabriek. Deze was echter als logies volkomen onbruikbaar.[3]
De bevrijding
In april 1945, toen de Canadezen Apeldoorn tot aan het Apeldoorns Kanaal wisten te bevrijden, waren de Canadezen van plan de rest van Apeldoorn zwaar te beschieten. De Duitsers waren echter al aan het terugtrekken. Om burgerslachtoffers te voorkomen staken twee verzetsstrijders ’s nachts het bewaakte Apeldoorns Kanaal over om de Canadezen hiervoor te waarschuwen.
Canadees Bevrijdingsmonument
Apeldoorn bezit sinds 2 mei 2000 het Nationaal Canadees Bevrijdingsmonument. Dit is opgericht als hulde voor de grote Canadese bijdrage aan de bevrijding van Nederland. Bijna 6.000 Canadese soldaten verloren daarbij hun levens. Canada en Apeldoorn hebben een bijzondere relatie met elkaar, omdat tegen het eind van de oorlog het laatste Canadese hoofdkwartier in Paleis ’t Loo gevestigd was. Het initiatief tot de oprichting van het monument kwam van Comité Nationaal Canadees Monument. Prinses Margriet onthulde het monument. De grootste Canadese oorlogsbegraafplaats in Nederland ligt in Holten, 40 km naar het oosten. Op de begraafplaats Ugchelen-Heidehof (gemeente Apeldoorn) liggen 56 RAF-vliegers en één Britse pionier.[4]
Bij Dow’s Lake in de Canadese hoofdstad Ottawa staat een bronzen replica van het beeld (‘Twin Monument’). Dit gedenkteken is onthuld op 11 mei 2002, eveneens door prinses Margriet.
Na de oorlog
Op 7 oktober 1946 stortte een eenpersoonsvliegtuig waarvan de piloot aan het stunten was geslagen neer op de gymzaal van de Christelijke H.B.S. (het latere Christelijk Lyceum). Tweeëntwintig leerlingen kwamen daarbij om het leven. De gymleraar en vijf andere leerlingen overleefden de crash. Tegenwoordig hangt er een gedenksteen aan de muur aan het einde van de B-vleugel, met daarop de namen van de overledenen. Elk jaar wordt er door de burgemeester van Apeldoorn, overlevenden en leerlingen uit de huidige klas 2C van het Christelijk Lyceum een herdenking op de nabijgelegen begraafplaats Soerenseweg bijgewoond, waar de meesten van de overleden leerlingen liggen begraven.
In de jaren zestig vestigden zich rijksdiensten (Belastingdienst, Domeinen, Kadaster) in Apeldoorn en daarmee ook vele andere bedrijven. Het aantal inwoners groeide weer snel, hele nieuwbouwwijken moesten uit de grond worden gestampt. Zo zijn in de jaren 60 en 70 van de 20e eeuw de wijken De Maten (30.000 inwoners) en Zevenhuizen (22.000 inwoners) gebouwd. Zevenhuizen bezit de eerste echte hoogbouwwoningen van Apeldoorn.
Op 30 april 2009 werden op Koninginnedag, net tijdens de doortocht van de koninklijke autobus naar Het Loo, verscheidene toeschouwers aangereden door een auto. Als gevolg van deze aanslag, die vermoedelijk op de koninklijke familie was gericht, vielen acht doden en circa tien gewonden.
.
